Adila (oprecht, eerlijk, rechtvaardig)
Aida (helpster, terugkerende gast, rijk)
Aisha (de gelukkig levende, vrouw, vol met leven)
Alina (schoonheid, nobel, helder, beeldschoon
Amira (prinses, leider, welvarend, levendig)
Aya (kleurrijk, vogel)
Aziza (gerespecteerd, dierbaar)
Dua (gebed)
Faria (hoog, verheven)
Farida (uniek, waardevol, onvergelijkbaar)
Hafida (beschermer van het geloof)
Hajar (vlucht)
Imane (geloof)
Irem (stad uit de Koran)
Isra (nachtelijke reis)
Jasmin (bloemennaam)
Laila (nacht)
Leila (nacht)
Mona (nobele vrouw, vredig)
Nisa (vrouw)
Nisrine (wilde roos)
Nour (God is mijn licht)
Nouria (stralend, lichtgevend)
Sara (vorstin, prinses, gelukkige, zuivere)
Zara (vorstin, bloeiende bloem, prinses)
Ben niet helemaal zeker van de betekenissen.